Lichaamsgevoel verbeteren: helpt om zelfbewustzijn en zo ook het zelfvertrouwen te bevorderen.
Parcours: oefenen op de grote motoriek. Ook het geheugen en de oriëntatie worden gestimuleerd.
Ouder-kind sessie: speels de onderlinge hechting verstevigen.
Visuo-ruimtelijk inzicht: al doende verkend het kind de circulaire werkruimte. Deze vormt de basisvoor de ontwikkeling van het laterale schoolse werkveld.
Toren in verhouding nabouwen: al doende worden de denkprocessen en de oog-hand coördinatie gestimuleerd.
Psychomotorische gezinstherapie: het onderlinge vertrouwen en de samenwerking worden bevorderd.
Proprioceptieve oefening: het kind moet zich blind oriënteren binnen zijn lichaam. Dit stimuleert het (zelf)vertrouwen in de eigen waarneming.
Psychomotorische gezinstherapie: het kind ervaart bij deze oefening de letterlijke ondersteuning van zijn ouders. Dit vloeit verder in zich ook figuurlijk gesteund te voelen.